10 dingen die ze in Spanje beter doen dan gelijk waar

Uiteraard kunnen ze niet tippen aan onze frietjes van de frituur. Ze dokkeren nog over de kasseien ergens halfweg Parijs en Roubaix tegen dat Greg Van Avermaet al gedoucht en omgekleed is. En we durven te wedden dat ze geen Kuifje of Manneke Pis hebben. Maar los van die opstoot aan Belgisch patriottisme moeten we durven toegeven dat er ook domeinen zijn waarin de Spanjaarden excelleren. Dat is geeneens een schande voor ons, want volgende dingen doen ze in Spanje beter dan eender waar.

1. Lunchen

Nee, we hebben het niet over ‘s middags snel drietal boterhammen met choco in de mond proppen. Wel uitgebreid de tijd nemen om van de lunch te genieten. Veel Spaanse eettenten bieden een menu del dia aan. Dat is een dagschotel van drie gerechten dat zelden meer dan tien euro kost. Geef toe: voor dat geld zou u de chocopotten ook laten voor wat ze zijn. [caption id="attachment_2104" align="aligncenter" width="300"] Belangrijkste maaltijd van de dag: de lunch.[/caption] Over de Spaanse keuken hebben we op deze pagina’s al genoeg gestoeft. Het mediterrane Spaanse dieet is simpelweg een van de beste ter wereld – tjokvol verse groenten, vis en olijfolie. Simpel, maar gezond en bovenal om duimen en vingers vanaf te likken. Over duimen en vingers gesproken: de tapascultuur – vingerhapjes, zeg maar – is voor vele mensen die voor het eerst in Spanje komen een absolute culinaire openbaring.

2. Look on the bright side of life

Ja, we weten het wel: het is gemakkelijk om fluitend door het leven te stappen als er zoveel zonneschijn op uw snoet valt. Aan de Costa Blanca schijnt de zon zo’n 320 dagen per jaar. En toch is het niet de enige reden voor de onbezorgde levenswandel van de meeste Spanjaarden. Ze genieten met volle teugen van het leven. Om te beginnen omdat ze er uitgebreid de kans toe krijgen. Werkende Spanjaarden krijgen 30 verlofdagen, bovenop de nationale verlofdagen (nog een stuk of 13). Veel Spanjaarden nemen in de zomer een hele maand vrijaf om te genieten. De Spaanse levenslust is aanstekelijk. Hier geen zwartgallige zwartjassen die niet meer gelachen hebben sinds 1991, wel mensen die altijd zin hebben om er het beste van te maken. Wanneer een Spanjaard iets doet, doet ie dat met hart en ziel, met evenveel enthousiasme als een ochtendradiopresentator van Qmusic. En ze zijn minstens even luid – ze verkondigen graag met de nodige aplomb hun aanwezigheid en hun intentie zich te willen amuseren. Spanjaarden hebben een goed gevoel voor humor. Wanneer u als buitenlander bevriend geraakt met hen, moet u de peststeken erbij nemen. Maar weet dat plagen hier gelijkstaat aan vriendschap vragen. Bent u zo nu en dan het onderwerp van hoon en spot, dan wil dat gewoon zeggen dat de Spanjaarden u appreciëren en aanvaarden als een van hen. En wees gerust, ze lachen ook graag met zichzelf. Niets zo erg als mensen die zichzelf te serieus nemen!

3. Stranden

Geen enkel land ter wereld heeft meer stranden waarop een Blauwe Vlag wappert. Dat is een onafhankelijk keurmerk dat veiligheid en waterkwaliteit beoordeelt. Maar die statistiek verhult niet de hele waarheid en zegt met name niets over de grote variëteit aan stranden die Spanje kent. Het gaat van goudgele zandstranden over verlaten inhammen tot dramatische klippen. De witte stranden van de Costa Blanca zijn zo’n volmaakt paradijscliché dat u dacht dat ze enkel bestonden in reclame voor Bounty. Wauw! [caption id="attachment_2093" align="aligncenter" width="201"] De klippen van As Catedrais zijn Dramakoninginnen met hoofdletter D.[/caption] Vanzelfsprekend nodigen de stranden uit tot genieten (zie puntje 2). Niet enkel zonverslaafden en waterratten kunnen zich hier amuseren voor eeuwig en één dag. Ook wind- of kitesurfers, kajakkers, snorkelaars, duikers, jetskiërs en paragliders komen aan hun trekken. Kortom: verzin een sport in het water en de kans is groot dat u ze ergens langs de 5000 kilometer Spaanse kustlijn kan beoefenen.

4. Oud worden

Om te beginnen is Spanje het land met de op één na hoogste levensverwachting ter wereld. Enkel de Japanners worden ouder dan de 82,2 jaar die de gemiddelde Spanjaard bereikt vooraleer hij de pijp aan Martin geeft. De alom geprezen gezondheidszorg zal daar wellicht voor iets tussen zitten. Maar Spanje is eveneens een land waar de oudjes niet zomaar afgeschreven worden, of weggeduwd in rusthuizen. Familie is heilig in Spanje en de banden zijn zelfs met de effectiefste kettingzaag niet te breken. Het gaat verder voor het obligate zondagse bezoek aan mémé en pépé. In Spanje wordt de oudste generatie betrokken bij daguitstappen of restaurantbezoekjes. En het is niet ongewoon dat ze intrekken bij hun kinderen. Al was het maar om de kleinkinderen te letten.

5. Laat gaan slapen

Het is wat wennen voor nieuwelingen in Spanje. Terwijl u doorgaans begint te gapen wanneer Thuis begint en u ligt te snurken in de zetel vooraleer Van Gils & gasten gedaan is, zal de maag van uw Spaanse buurman dan pas beginnen grommelen. Spanjaarden zijn notoire nachtuilen. Avondeten gebeurt nooit of te nimmer voor acht uur – en liefst pas na negen of tien. Winkels en restaurants zijn laat open, de tv-programma’s van primetime beginnen pas rond 10 uur en voetbalmatchen worden in de extreemste gevallen zelfs slechts om 11 uur afgetrapt. ’s Avonds, ja. [caption id="attachment_2098" align="aligncenter" width="300"] Dineren in Barcelona - waarschijnlijk is deze foto gemaakt om elf uur 's avonds.[/caption] Wat ons brengt bij het volgende.

6. Feesten

De meeste discotheken gaan pas open tegen middernacht, beginnen stilaan vol te lopen tegen twee of drie uur en gaan in overdrive tot ver nadat de zon de natie wakker kust. Weinig landen kunnen zo feesten als Spanje. Of denkt u dat het toeval is dat het toeval is dat half jong Europa elk jaar in de zomer naar Ibiza trekt? Ze gaan er om te leren van de besten. [caption id="attachment_2097" align="aligncenter" width="300"] Feesten leert u in Ibiza van de besten.[/caption] Denk ook aan de gigantische hoeveelheid aan feesten. De stierenloop in Pamplona, La Fallas in Valencia, de feria’s van Málaga en Sevilla en La Tomatina in Buñol zijn slechts de bekendste voorbeelden van letterlijk duizenden feesten. Zoals in Vlaanderen elk dorp z’n eigen kermis heeft, zo heeft elk Spaans hol van Pluto z’n fiesta. Over feesten gesproken: de Spanjaarden zijn ook goed in…

7. Pintelieren

Pas op, alcohol drinken is iets wat Spanjaarden doen bij het eten, op het gemakje. Niemand zal vreemd opkijken wanneer u een caña – een klein biertje – drinkt bij de lunch. Dat betekent niet dat u er zo vijftien door uw keelgat moet gieten. Spanjaarden voelen doorgaans niet de aandrang om zo stevig te tanken dat ze niet meer weten van welke parroquia* ze zijn. Nee, ze drinken op een beschaafde manier, voor de gezelligheid, op een van die zwoele avonden met vrienden die nooit lijken te eindigen. Het helpt dat Spaanse bars zulke oorden van oergezelligheid zijn, waar de obers deftig gekleed zijn en weten wat ze doen, waar de opgehangen hammen bijdragen aan de sfeer en waar u als klant vaak een gratis hapje krijgt bij elke cerveza die u bestelt. En oké, hun San Miguel of Estrella kan niet tippen aan een Westvleteren, maar wij weten wel wat we verkiezen op een terras in het zonnetje aan een van de costa’s. Wie allergisch is aan hop, gerst of water, dient in Spanje niet op z’n honger dorst blijven te zitten. Dit land is een van de grootste wijnproducenten ter wereld. En iedereen die weleens een glaasje rioja, valdepeñas, rias baixas of manzanilla aan de lippen zet, weet dat de kwaliteit ervan niet onderdoet voor het druivensap van hun Franse bovenburen. *parochie

8. Voetbal

Het maakt niet uit waar u in Spanje gaat – van Madrid en Barcelona tot in het grootste boerengat in Aragon of Castilië-La Mancha of Extremadura – de praatjes op de marktpleinen en in bodega’s zullen overal hetzelfde zijn. Ze gaan met name over 4-3-3 en tique-taca, over goleadors, porteros en de Copa del Rey, over Lionel Messi en Cristiano Ronaldo en over de kansen van de Spaanse nationale ploeg op het WK. Hoort u het in Keulen donderden, ga dan gerust verder naar volgend puntje. Maar weet dat koetjes en kalfjes in Spanje een stuk vergemakkelijken met een minimum aan voetbalvocabularium onder de riem. Voetbal is een godsdienst in Spanje, Bernabéu en Camp Nou de kathedralen waar de Spanjaarden samen komen voor de massaverering van het edel balspel. Spanjaarden houden van voetbal en bediscussiëren graag alle aspecten van het spelletje. [caption id="attachment_2094" align="aligncenter" width="300"] FC Barcelona tegen Real Madrid: hoogmis voor vele Spanjaarden[/caption] Aan de Costa del Sol kan u La Liga-voetbal zien bij Sevilla, Real Betis en Málaga. Nabij de Costa Blanca kan u terecht bij Valencia en Levante. Ook Villarreal is niet al te ver.

9. Vloeken

Het contrasteert met puntje 2, maar jawel: het gros van de Spanjaarden is behoorlijk grofgebekt. Zeker in vergelijking met andere nationaliteiten. Maar: hier rust minder taboe op krachttermen. Vloeken vormt eerder een integraal onderdeel van taal, iets dat wat peper en zout toevoegt aan het dagelijks leven. De puta madre! Spanjaarden zijn ook buitengewoon creatief in het bedenken van nieuwe vloeken. Wie niet uit de toon wil vallen, oefent best op voorhand de strafste voorbeelden. Gerelateerd: een filter kent het gros van de Spanjaarden niet. Terwijl wij als Belgen meesters zijn in het vakkundig inpakken van slecht nieuws, zeggen zij waar zonder opwegen waar het op staat. Hier geen verbloemingen of eufemismen. Oude Spaanse besjes houden ervan om relatie-, medisch of jobadvies te geven aan iedereen die er niet om gevraagd heeft. Ze bedoelen het goed.

10. Middagdutjes

De siesta dus. Uiteraard mag dat oeroud Spaans gebruik niet ontbreken in deze lijst. In het midden van de dag eventjes uw beentjes uitstrekken op de salontafel en een uiltje vangen – geef toe, het klinkt erg aanlokkelijk. Of hoe dacht u anders puntje nummer 5 te overleven? En het is bovendien goed voor de gezondheid. Onderzoekers menen dat mensen die regelmatig middagdutten een kleinere kans hebben op een hartaanval. En hoewel veel Spanjaarden anno 2018 gestopt zijn met het gebruik, leeft het toch verder in het Spaanse leven. Zo sluiten heel wat winkels en kleine zaken in de vroege namiddag hun deuren voor een uur of twee. En als u bedenkt hoeveel tijd de mensen in Spanje nemen om te lunchen (zie puntje 1), dan is het niet zo verwonderlijk dat ze daarna even in een voedselcoma belanden. [caption id="attachment_2106" align="aligncenter" width="300"] Een Spanjaard kan eender waar z'n siesta houden[/caption]